woensdag 26 juni 2019

Wat is de betekenis van: anu-atma en vibhu-atma?

In het laatste deel van de uitleg van Srimad Bhagavad Gita Zoals Ze Is, hoofdstuk 2, vers 20, schrijft Srila Prabhupada:
Er bestaan twee soorten zielen, namelijk de minuscule ziel, die een deeltje is (aṇu-ātmā), en de Superziel (vibhu-ātmā). Dit wordt bevestigd in de Kaṭha Upaniṣad (1.2.20):
aṇor aṇīyān mahato mahīyān, ātmāsya jantor nihito guhāyām
tam akratuḥ paśyati vīta-śoko, dhātuḥ prasādān mahimānam ātmanaḥ
‘Zowel de Superziel [Paramātmā] als de atomische ziel [jīvātmā] bevindt zich in dezelfde boom van het lichaam, in hetzelfde hart van het levend wezen; alleen degene die vrij is geraakt van alle materiële verlangens en verdriet, kan door de genade van de Allerhoogste de glorie van de ziel begrijpen.’ Kṛṣṇa is ook de oorsprong van de Superziel (dit zal in de volgende hoofdstukken worden uitgelegd) en Arjuna is de atomische ziel die zijn werkelijke natuur vergeten is; daarom moet hij door Kṛṣṇa of door Zijn bonafide vertegenwoordiger (de spiritueel leraar) worden verlicht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten