donderdag 18 april 2019

Wat is de betekenis van het woord guḍākeśa in vers 24 van hoofdstuk 1 in de Bhagavad Gita Zoals Ze Is?


Guḍāka betekent slaap, en iemand die slaap overwint wordt guḍākeśa genoemd. Slaap betekent ook onwetendheid. Dus Arjuna overwon zowel slaap als onwetendheid vanwege zijn vriendschap met Kṛṣṇa. Als grote toegewijde van Kṛṣṇa kon hij Kṛṣṇa zelfs een moment niet vergeten, omdat dat de aard van een toegewijde is. Zowel bij het ontwaken als in de slaap kan een toegewijde van de Heer nooit vrij zijn om aan Kṛṣṇa's naam, vorm, kwaliteit en spel en vermaak te denken. Dus een toegewijde van Kṛṣṇa kan zowel slaap als onwetendheid overwinnen door simpelweg voortdurend aan Kṛṣṇa te denken. Dit wordt Kṛṣṇa-bewustzijn of samādhi genoemd. Als Hṛṣīkeśa, of de leider van de zintuigen en geest van elke levende entiteit, kon Kṛṣṇa het doel van Arjuna begrijpen door de wagen midden op het slagveld, tussen de legers te plaatsen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten