vrijdag 14 maart 2025

Notities - “Besluiteloosheid” – Arjuna is in de war of hij moet vechten of niet (2.6)


 

न चैतद्विद्मः कतरन्नो गरीयो यद्वा जयेम यदि वा नो जयेयुः ।
यानेव हत्वा न जिजीविषाम-स्तेऽवस्थिताः प्रमुखे धार्तराष्ट्राः ॥ ६ ॥


na caitad vidmaḥ kataran no garīyo yad vā jayema yadi vā no jayeyuḥ
yān eva hatvā na jijīviṣāmas te ’vasthitāḥ pramukhe dhārtarāṣṭrāḥ


Synoniemen

na — evenmin; ca — en; etat — dit; vidmaḥ — weten we; katarat — welke; naḥ — voor ons; garīyaḥ — beter; yat vā — ofwel; jayema — wij zouden kunnen verslaan; yadi — als; vā — of; naḥ — ons; jayeyuḥ — zij verslaan; yān — zij die; eva — zeker; hatvā — door te doden; na — nooit; jijīviṣāmaḥ — we zouden willen leven; te — zij allemaal; avasthitāḥ — staan opgesteld; pramukhe — tegenover ons; dhārtarāṣṭrāḥ — de zonen van Dhṛtarāṣṭra.


Vertaling

Ook weten we niet wat beter is: hen verslaan of door hen verslagen te worden. Wanneer we de zonen van Dhṛtarāṣṭra doden, is ons leven niets meer waard. Maar ondertussen staan ze tegenover ons op het slagveld.


Betekenisverklaring

Arjuna wist niet of hij nu moest vechten en daarbij onnodig geweld riskeren (ook al is vechten de plicht van de kṣatriya’s) of dat hij daarvan moest afzien om een leven als bedelaar te leiden. Als hij zijn vijand niet zou verslaan, dan zou bedelen de enige manier zijn om te overleven. Bovendien was het helemaal niet zeker dat hij zou winnen, want beide partijen zouden als overwinnaar uit de strijd kunnen komen. Zelfs al zouden ze zegevieren (en ze vochten voor een rechtvaardige zaak), dan nog zou het heel moeilijk voor hen zijn om in de afwezigheid van de zonen van Dhṛtarāṣṭra te leven als deze in de strijd zouden sneuvelen. Zo’n overwinning zou voor hen eigenlijk een soort nederlaag zijn. Al deze overwegingen van Arjuna bewezen niet alleen dat hij een groot toegewijde van de Heer was, maar ook dat hij zeer verlicht was en dat hij zijn geest en zintuigen volledig onder controle had. Zijn verlangen om te gaan bedelen, hoewel hij van koninklijke afkomst was, is een ander teken van onthechting. Hij was werkelijk deugdzaam en dit blijkt uit al deze kwaliteiten in combinatie met zijn vertrouwen in de verhelderende woorden van Śrī Kṛṣṇa (zijn spiritueel leraar). Op grond hiervan kunnen we concluderen dat Arjuna zeker gekwalificeerd was voor bevrijding. Tenzij men zijn zintuigen beheerst, kan men zich niet tot het niveau van kennis verheffen, en zonder kennis en devotie is het onmogelijk bevrijd te worden. Arjuna had al deze eigenschappen en bovendien had hij aanzienlijke materiële kwalificaties.

Bg 2.6

Notities - Arjuna geeft er de voorkeur aan om te bedelen in plaats van te leven ten koste van grote zielen (2.5)


 

गुरूनहत्वा हि महानुभावान्श्रे यो भोक्तुं भैक्ष्यमपीह लोके ।
हत्वार्थकामांस्तु गुरूनिहैव भुज्ज‍ीय भोगान्‍रुधिरप्रदिग्धान् ॥ ५ ॥

gurūn ahatvā hi mahānubhāvān śreyo bhoktuṁ bhaikṣyam apīha loke
hatvārtha-kāmāṁs tu gurūn ihaiva bhuñjīya bhogān rudhira-pradigdhān


Synoniemen

gurūn — de meerderen; ahatvā — niet dodend; hi — beslist; mahā-anu-bhāvān — grote zielen; śreyaḥ — het is beter; bhoktum — genieten van het leven; bhaikṣyam — door te bedelen; api — zelfs; iha — in dit leven; loke — in deze wereld; hatvā — dodend; artha — winst; kāmān — verlangend; tu — maar; gurūn — meerderen; iha — in deze wereld; eva — zeker; bhuñjīya — iemand moet genieten; bhogān — genietbare dingen; rudhira — bloed; pradigdhān — bevlekt met.


Vertaling

Het is beter om in deze wereld als bedelaar te leven, dan om te leven ten koste van de levens van grote zielen die mijn leraren zijn. Ook al verlangen ze naar materieel gewin, toch blijven ze mijn meerderen. Wanneer zij gedood worden, zal alles waarvan we genieten, besmeurd zijn met bloed.


Betekenisverklaring

Volgens de regels van de heilige teksten moet een leraar die een verfoeilijke daad begaat en zijn onderscheidingsvermogen heeft verloren, verworpen worden. Bhīṣma en Droṇa waren gedwongen om de kant van Duryodhana te kiezen vanwege zijn financiële steun, maar ze hadden een dergelijke positie niet alleen maar uit financiële overwegingen mogen innemen. Onder zulke omstandigheden hebben ze daarom hun aanzien als leraar verloren. Toch denkt Arjuna dat ze zijn meerderen blijven, en genieten van de materiële winst nadat hij hen gedood heeft, zou daarom gelijkstaan met het genieten van een oorlogsbuit waaraan bloed kleeft.

Bg 2.5

Notities - Arjuna gaat in discussie met Krishna en probeert zijn sterke hart te bewijzen (2.4)


 

अर्जुन उवाच
कथं भीष्ममहं संख्ये द्रोणं च मधुसूदन ।
इषुभिः प्रतियोत्स्यामि पूजार्हावरिसूदन ॥ ४ ॥

arjuna uvāca
kathaṁ bhīṣmam ahaṁ saṅkhye droṇaṁ ca madhusūdana
iṣubhiḥ pratiyotsyāmi pūjārhāv ari-sūdana


Synoniemen

arjunaḥ uvāca — Arjuna zei; katham — hoe; bhīṣmam — Bhīṣma; aham — ik; saṅkhye — in de strijd; droṇam — Droṇa; ca — en; madhu-sūdana — o doder van Madhu; iṣubhiḥ — met pijlen; pratiyotsyāmi — zal in de tegenaanval gaan; pūjā-arhau — zij die vereerbaar zijn; ari-sūdana — o doder van de vijand.


Vertaling

Arjuna zei: O doder van de vijand, o doder van Madhu, hoe zou ik in de strijd de aanval kunnen beantwoorden door pijlen af te schieten op mannen als Bhīṣma en Droṇa, aan wie ik de hoogste eerbied verschuldigd ben?


Betekenisverklaring

Voorname meerderen als Grootvader Bhīṣma en Droṇācārya, de leraar, zijn altijd vererenswaardig. Zelfs al gaan ze over tot de aanval, dan moet hun aanval nooit beantwoord worden met een tegenaanval. Het is een kwestie van etiquette dat meerderen nooit mogen worden tegengesproken. Zelfs al is hun gedrag soms ruw, dan nog moeten ze niet ruw behandeld worden. Hoe zou Arjuna hun aanval dus kunnen beantwoorden? Zou Kṛṣṇa ooit Zijn eigen grootvader Ugrasena of Zijn leraar Sāndīpani Muni aanvallen? Dit waren enkele van de argumenten die Arjuna Kṛṣṇa voorlegde.

Bg 2.4